Rotterdam CS, zo kan het ook
Enige tijd geleden schreef ik over het wat mij betreft mislukte nieuwe station in Breda (zie ook “een naargeestig station“). Dat het anders kan toont het vrijwel even jonge Rotterdam CS. Iets eerder gebouwd dan dat van Breda hangt hier een totaal andere sfeer. Een aangenamere sfeer, een opener sfeer, en vooral een lichtere sfeer.
Haaienbek overstek voor Rotterdam CS
Het station is bekend komen te staan als de haaienbek, vanwege het enorme overstek boven het stationsplein.
Dit is niet alleen een architectonisch spektakelstuk, het vervult 2 belangrijke functies. Ten eerste dat het beschutting bied tegen het weer, de simpelste functie van een overstek. Maar tegelijkertijd verzacht dit overstek de overgang van binnen naar buiten. Het trekt je als het ware langzaam naar binnen. De overgang van buiten naar binnen vervaagt en in zekere zin loop je al binnen terwijl je feitelijk nog buiten bent en de glazen pui nog door moet. Dat is een slim gebaar.
Dat gebaar wordt nog versterkt doordat de latten, waarmee het plafond is bekleed binnen in exact dezelfde lijn doorlopen als buiten. Let wel: de glazen pui sluit hier niet tegenaan, maar is gekoppeld aan de draagstructuur van het dak. De latten lopen dus tegen de pui en gaan aan de andere kant in precies dezelfde lijn door. Om diezelfde lijn binnen t.o.v. buiten aan te houden vraagt een zeer zorgvuldige uitvoering. Knap hoe dat is verzorgd!
Uiteindelijk loopt het dakvlak dat in het overstek begint tientallen meters door tot op de perrons. Daar eindigt het in een klein puntje, de beëindiging van een fraaie doorgaande lijn in het gebouw.
Evenzo fraai vind ik dat de lattenbekleding van het plafond ook werkelijk tot in het uiterste puntje is doorgezet. Er is geen compromis gesloten omwille van de uitvoerbaarheid, met als gevolg dat het laatste puntje misschien nog geen 5 centimeter groot is.
De stationshal
De stationshal van dit nieuwe Rotterdam CS is ongebruikelijk ruim van opzet. Dat komt natuurlijk hoofdzakelijk door dat enorme dak dat van ver buiten naar de perrons doorloopt. Maar waar is de draagstructuur? Er zijn geen tussenliggende steunpunten in de hal te vinden, geen kolommen waarop deze enorme kap rust. Ook dat is weer een ingenieus staaltje bouwkunst. Het geeft deze grote hal een onvoorstelbare en unieke ruimtelijkheid, die je bij mijn weten in geen enkel ander station aantreft.
En ondanks dat het dak prominent is, en zonder openingen gemaakt lijkt, is het in de hal toch niet donker en naargeestig. Er blijken namelijk wel degelijk openingen in het dak te zijn maar die vallen nauwelijks op. Achter de grote lichtbalken zijn openingen in het dak gecreëerd, met grote lichtkoepels. Hierdoor valt daglicht in de hal. Ook dat vindt ik weer een slimme vondst, want door deze constructie wordt de doorgaande lijn van het dak niet doorbroken. Zelfs niet aan de buitenkant waar je een flinke afstand tot het gebouw moet nemen, voordat je die lichtkoepels ziet.
En dan die knik in het plafond. Het overstek aan de zijkant van het gebouw komt dat van de voorkant op circa 1/3 van de hal tegen en vormt daar een scherpe lijn in het plafond. Ook hier zien we een zorgvuldige detaillering, want elke lat eindigt precies in de lijn van de vorige. Waar bij een iets minder zorgvuldige detaillering een rafelige lijn zal ontstaan is dat hier absoluut niet het geval. Integendeel, de lijn is vlijmscherp alsof deze met een lineaal getrokken is. Op de tekentafel, cq. in de computer is dat zeker het geval, in de uitvoering is dat een opgave!
Heldere perronoverkapping
De perronoverkapping is van een aangename helderheid. Dat geldt niet alleen voor de lichtval, maar ook voor de constructie. De belangrijkste draagkolommen ogen simpel en dragen grote zware stalen balken, waartussen dan weer houten balken zijn geplaatst. Het ziet er rechttoe rechtaan uit. Maar toch is het dat niet. Kijk bijvoorbeeld eens naar die grote kolommen. Dat zijn eigenlijk hele complexe elementen, want op vloerniveau dragen deze in de breedte richting, en op dakniveau in de lengte richting. Dat is op zijn zachtst gezegd een verrassende vondst.
Door die vorm bieden die kolommen vrijwel geheel de nodige stabiliteit aan de constructie. En tegelijk zijn het ook hele fraaie sculpturale elementen op het perron. Ik kreeg zelfs een associatie met het beeld van Zadkine, de verwoeste stad. Elke kolom lijkt daar in zekere zin een abstracte weergave van. Bijzonder!
En dan tenslotte het dak zelf boven de perrons. Simpel, en eenvoudig.
Jazeker, met standaard glasplaten… Of toch niet? Niet dus. Want weliswaar zijn de platen wel standaard in afmeting, maar niet in afwerking. Deels zijn de platen voorzien van zonnecellen, deel van gestraalde vlakken om de zoninstraling op de perrons te beperken. En ook daarmee is een spectaculair en onverwacht effect bereikt. Het openbaart zich als de zon ineens doorbreekt: een speels schaduwpatroon tekent zich af op de balken van het dak.
Alles bij elkaar doet station Rotterdam CS de stad eer aan. Rotterdam, de stad die zich beroept op een no-nonsense mentaliteit, niet “L…., maar poetsen”. Dit gebouw is strak, oogt simpel, maar zit uiteindelijk op een vernuftige wijze in elkaar. Zo kan het dus ook!