Na mijn vorige blog over de magische stad Petra in Jordanië (zie hier) nu het vervolg: Petra nog eens.
Immers, ik ben in mijn vorige blog amper verder gekomen dan de Siq en de Khazneh. Dat zijn nu eenmaal de indrukwekkendste zaken in Petra.
Watervoorziening in Petra
Maar hoe is de stad in de Oudheid nu zo belangrijk geworden. Dat is eigenlijk maar aan 1 aspect te danken: water!
De Nabateeërs, de inwoners en heersers van Petra hebben zich oorspronkelijk gevestigd in dit gebied, omdat hier water beschikbaar was. Dat wil zeggen, niet van bronnen of iets dergelijks, maar omdat de vlakte waar de stad is gebouwd een kom vormde waar regenwater naar toe vloeide. In de loop der eeuwen hebben de Nabateeërs dit op een ingenieuze wijze naar cisternes laten vloeien en daarin opgeslagen.
Nog onlangs zagen we imposante beelden van dat kom-effect, toen Petra door regenval ineens overstroomde. Zie b.v. deze beelden. De Nabateeërs wisten dit gegeven dus als basis te gebruiken voor de welvaart van hun stad!
Een fraai staaltje van dat water-management-systeem is nog steeds te zien in de Siq, hoewel weinigen daar aandacht aan besteden. Vanaf het moment dat je de Siq in daalt is er in de rotswand een geul uitgehakt.
Deels is deze overdekt, deels is de overdekking verdwenen. Waar je zo onopvallend op je tocht langs loopt is niets meer dan de waterleiding, het aquaduct. De regen, het water dat op de hoger gelegen gebieden valt, stroomt naar beneden en wordt het kanaal in geleid. Het kanaal mondt aan de andere kant van de Siq uit in een groter kanaal, dat naar het centrum van de stad stroomt. Op die manier had de stad altijd voldoende water, en kon uitgroeien tot een aantrekkelijke halte op de karavaanroutes van de Rode Zee naar de Middellandse Zee.
De eigenlijke stad
Zoals in het vorige blog al aangegeven begint Petra pas na de Siq als je de vlakte in loopt. Die vlakte die aan alle kanten is omzoomd door hoge bergen. Dat maakte van Petra dan ook nog eens een goed te beveiligen stad. Een extra reden voor de karavanen om de stad aan te doen. Hier kon je veilig uitrusten voor de volgende etappe. Er zijn vanwege die beschermde ligging ook geen stadsmuren geweest, in ieder geval niet in deze vlakte. Eenmaal echt op de vlakte verandert het pad na verloop van tijd in een geplaveide straat.
Dat was van oorsprong de hoofdstraat van de stad, waarover je naar het centrum liep. En waarlangs een grote variëteit van gebouwen lag. Van grote tempels, tot kleine winkeltjes. Die straat werd aan beide zijden geflankeerd door kolommen, die een hoger gelegen pad voor voetgangers afbakenden, een trottoir dus eigenlijk.
De stadspoort die je na een tijdje passeert, was dan ook geen verdedigingsobject. Daarvoor lag hij al veel te diep in de stad. Dit was een ceremoniële poort, hooguit bedoeld om een overgang te markeren naar het werkelijke stadscentrum. Wellicht dat deze is opgericht om de komst van een markant persoon naar de stad te herinneren. Een soort triomfboog. Helaas is er niets bewaard gebleven van een wijdingstekst, de boog en het bovendeel zijn verdwenen, vermoedelijk als bouwmateriaal elders gebruikt.
Dit is ook weer een bouwwerk, dat weliswaar gebruikelijk is rond het begin van de jaartelling, maar dat in Petra een geheel eigen versiering heeft gekregen. Ik vertelde daar in het vorige blog al over bij de Khazneh. De versieringen aan deze poort zijn eenzelfde mix van allerlei stijlen, van Perzisch Oosters, tot Romeins-westers. Oftewel: Nabatees.
Qasr Al Bint
Dat geldt in nog veel hogere mate voor het Qasr Al Bint, dat waarschijnlijk de hoofdtempel van de stad is geweest. Het is in ieder geval een van de best bewaarde gebouwen van de stad. Het valt op dat deze tempel zeer zorgvuldig is gebouwd. De toegepaste stenen zijn allemaal keurig strak behouwen, wat maakt dat er nauwelijks voegen zichtbaar zijn en de wanden superstrak zijn, zelfs na 2000 jaar! Tegelijk is het opvallend dat op delen van de muren aan de voorkant nog pleisterwerk zichtbaar is. Dat pleisterwerk is dan weer voorzien van motieven.
Ook dit Qasr al Bint dat midden in het stadscentrum ligt, is behoorlijk afwijkend van de tempelcomplexen die we elders in de Grieks-Hellenistische en Romeinse wereld zien verrijzen. Hier geen kolossaal voorplein, maar een zeer bescheiden binnenplaats, waar dan weer een kolossale cella is gebouwd. Volstrekt andere verhoudingen dan gebruikelijk. Doorgaans zie je in deze contreien een enorm groot plein, omzoomd door kolommen, vaak in meerdere rijen, met een klein hoofdgebouw, de cella, waar de religieuze ceremonies werden uitgevoerd door de priesters.
Het hoofdgebouw van het Qasr al Bint heeft een enorme hoogte, maar is van oorsprong nog meters hoger geweest. Vrijwel de gehele kroonlijst van het dak, en de hoogste delen van de muren zijn verdwenen. Desondanks is wat er nu nog zichtbaar is imposant genoeg! Opvallend is tevens dat hier sprake is van meerdere ruimtes in het hoofdgebouw, in de cella. Normaliter bevatte deze cella slechts 1 grote ruimte met het beeld van de vereerde godheid centraal tegen de achterwand opgesteld.
Afwijkende architectuur en cultuur
Uit dit alles kunnen we opmaken dat Petra een geheel eigen cultuur en architectuur heeft gehad, ontstaan door de samensmelting van vele invloeden die in de stad bij elkaar kwamen. En dan hebben we het alleen nog maar gehad over de hoogtijdagen van de stad, zo ongeveer de eeuwen rond het begin van onze jaartelling. Later is daar natuurlijk nog de Byzantijnse invloed bij gekomen, met diverse kerkcomplexen in de stad. En in de moderne tijd hebben ook de Bedoeïnen hun invloed gehad. Al met al een enorme smeltkroes van culturen dus…