Palau Güell
In een tikje achteraf straat, hoewel vlakbij de Rambla, staat in Barcelona het Palau Güell. Een van de wat vroegere scheppingen van Gaudi voor zijn grote Mecenas, Eusebio Güell.
Deze rijke en invloedrijke industrieel zag al snel Gaudí’s talent en schakelde hem in om zijn eigen paleis te bouwen. Een gedurfde keuze om meer dan 1 reden!
Natuurlijk het gegeven dat Gaudí bij de opdracht tot de bouw van dit paleis nog maar net in de dertig was. Maar zeker ook de locatie: in een buurt die destijds meer als achterbuurt bekend stond dan als voorname buurt. En tenslotte vanwege het perceel: niet bijster groot in oppervlak, waardoor vereiste functies met elkaar in conflict dreigden te komen.
Het genie van Gaudí heeft echter deze gegevens op een verbluffende wijze weten te vertalen in een uiterst functioneel, maar ook gerieflijk en luxueus paleis. Het is onmogelijk om in een enkel blog alle geniale vondsten van hem te bespreken. Wie weet volgen er meerdere blogs. In dit blog ga ik in op de centrale hal van het paleis.
Globale opbouw van het Palau Güell.
Het paleis is op het relatief kleine grondstuk van ca 500 m2 meter gebouwd. Als je nagaat dat de opdrachtgever een van de rijkste industriëlen van Catalonië was, dan is dat eerder een achtertuintje, qua grootte. Daarom zat er voor Gaudí weinig anders op dan de hoogte in te gaan. Dat is dan ook gebeurd.
Op de begane grond bevindt zich (uiteraard) de entree, en enkele dienstvertrekken. Die laatste werd je als eigenaar of bezoeker niet geacht te betreden. Deze waren dan ook strikt gescheiden. Nadat je de trap op bent gegaan en daarna nog een extra vlucht omhoog hebt gemaakt kom je op de hoofdverdieping uit.
Het centrale element van deze verdieping is de zaal. Rond dit hoge vertrek zijn alle gebruiksruimtes van het paleis gesitueerd. Op het vloerniveau van de hal zijn de sociale functies ondergebracht, voor grote ontvangsten en voor familie- en vriendenbijeenkomsten. De verdieping daarboven herbergt de privé-kamers voor de familie Güell. Daarboven de dienstruimtes op zolder, en tenslotte, maar nog steeds om de grote centrale zaal gelegen het dakterras.
Op uiteenlopende wijze is vanuit al deze kamers een verbinding gemaakt met dit grote centrale element in het paleis.
Centrale hal van het Palau Güell
Deze grote centrale hal, met een duizelingwekkende hoogte ten opzichte van het vloeroppervlak heeft een wat mysterieuze uitstraling. Hij roept verschillende associaties op. Kijk je naar de koepel, dan ontdek je een bijzondere lichtval. Het deed mij denken aan een Arabisch badhuis. Bekend is dat de Spaans-Arabische bouwkunst voor Gaudí inderdaad een inspiratiebron is geweest.
Het orgel dat in deze ruimte is verwerkt, geeft de indruk dat je in een kapel staat. Let je op de statige indeling, dan wordt de ruimte een formele ontvangstzaal. Op Gaudí’s kenmerkende wijze zijn verschillende architectonische elementen in de zaal verwerkt die elk gebruik mogelijk maken. Briljant!
Doe je de goud beslagen deuren open, dan wordt het inderdaad een kapel. Plaats je een orkest op de mezzanine achter de trap, en je hebt een muziekzaal. Al dan niet versterkt met het verdekt opgestelde orgel, dat natuurlijk ook religieus wordt gebruikt. Deuren open naar de galerij voor en er ontstaat een grote ruimte voor recepties en uitgebreide ontvangsten. Deuren dicht: een intieme gezelschapsruimte.
Licht in de hal
Omdat de hal een centrale plaats in het paleis inneemt, en nergens aan een buitengevel grenst, valt slechts spaarzaam daglicht naar binnen. Ook daarvoor heeft Gaudí zijn inventiviteit aangewend. In de koepel zijn doorzichtige elementen opgenomen, die overdag de indruk wekken, dat er lampen in het plafond zijn verwerkt. In werkelijkheid laten deze stenen gefilterd licht door uit de lantaarn op het dakterras.
De vloer van het dakterras bevat glazen glazen elementen, die licht brengen op de zolderetage. Maar via direct aangrenzende glas-in-loodvensters wordt dat licht gekleurd de centrale hal ingebracht. Het vreemdst, maar ook het effectiefst zijn de ronde vensters bovenin de koepel, boven de glas-in-loodpanelen. Hier valt ongefilterd daglicht naar binnen, dat het meest bijdraagt aan de licht-intensiteit van de hal. Bijzonder hierin is vooral hoe Gaudí deze “ogen” in zijn architectuur heeft verwerkt, vooral op het dakterras.
Ogenschijnlijk zijn dit binnen volstrekt logische elementen in de muur, een bekroning van de steunmuur van de koepel. Op het dakterras blijkt dat dit volstrekt op zichzelf staande elementen zijn, die geen enkele constructieve functie hebben voor de koepel. Een soort reusachtige contactlenzen. Geweldig hoe hij dit heeft vormgegeven!
Overweldigende architectuur van het Palau Güell
Alleen al deze centrale hal van het Palau Güell is een wonder van architectuur. Zoveel eisen zijn hier in elkaar vervlochten dat als je dit op voorhand zou voorschrijven, menig architect hard zou weg rennen. Voor Gaudí is het een geweldige oefening geweest voor zijn creatieve talent, en zijn inventieve geest. Reden te meer om in een later blog hier nog eens wat nader op in te gaan.