Imitaties
Al zo lang de mens bouwt, is hij erop uit om zijn creaties er fraai uit te laten zien. Er rijk uit te laten zien bij voorkeur. Dat kan op vele manieren. Door het toepassen van dure materialen, extravagante kleuren, aparte vormen maar ook door het toepassen van schilderingen.
Bij het schilderen van onderdelen gaat het om meer dan het behandelen van houten onderdelen en deze aldus bestand tegen weersinvloeden maken. Er zijn veel meer toepassingen! Wat te denken van muurschilderingen, fresco’s of secco’s (resp. in natte kalk of droge kalk aangebrachte schilderingen). Daar zijn de fraaiste zaken mee gecreëerd.
Een interessant staaltje schilderwerk trof ik onlangs aan, toen ik op ontdekkingsreis door Milaan trok. Het is totaal niet opvallend en je bent eigenlijk geneigd er geen aandacht aan te schenken. Niet opvallend, want het betreft imitatieschilderingen op de buitengevels. Deze heb ik “ontdekt” aan de gevels van enkele binnenplaatsen van het Castello Sforzesco, het hertogelijk paleis van de familie Sforza.
Imitatieschilderingen zijn een bijzondere vorm van schilderingen waarmee de indruk wordt gewekt dat een onderdeel uit een ander materiaal is opgebouwd, bij voorkeur een duur en luxe materiaal. Zo kennen we bijvoorbeeld diverse houtimitatieschilderingen, eiken is veelal favoriet. Maar ook vele marmerimitaties zijn bekend. Op de imitatie die ik aan dit kolossale paleis uit de 14e eeuw heb ontdekt was ik zelf echter niet verdacht.
De doelstelling van het plaatsen van imitatieschilderingen is om de indruk van rijkdom te wekken. In vroeger tijden was het bouwmateriaal vaak peperduur en als men dat niet kon betalen werd er een vakschilder ingehuurd, die voor een fractie van het aankoopbedrag van het materiaal een imitatie ervan opzette. Tegenwoordig is dat overigens volkomen anders: een goede imitatieschildering is vaak duurder dan de aanschaf en verwerking van het echte materiaal. Schildersuurlonen…, waarbij een schilder van imitaties vaak een stuk duurder is, want nog bekwamer in zijn vak. Grappig hoe dat in de geschiedenis kan veranderen.
Hoe dan ook, het bijzondere van de imitaties die ik aan het Castello heb ontdekt, zit hem in het feit dat hier baksteenimitaites zijn toegepast. Baksteen! In ieder geval in Nederland toch het makkelijkste en goedkoopste bouwmateriaal dat voorhanden is: je pakt een homp klei, perst die in een vorm, zet hem een tijdje in een oven en je hebt een steen. Kosten: een paar cent per stuk. Niet te vergelijken met een duur stuk natuursteen, dat met veel moeite uit een groeve gehaald moet worden, speciaal op maat gehakt moet worden, geschuurd, gepolijst of hoe dan ook bewerkt.
En toch is er voor dat Castello door de opdrachtgevers gekozen voor een imitatieschildering die de indruk wekt dat de ramen in baksteen zijn omrand. Elders in het gebouw is het overigens ook in het echte materiaal gebeurd. Daar was het dan weer wel in een hele fraaie vorm gedaan, met rijkelijk bewerkte bakstenen, die alleen al qua baktechniek de nodige vaardigheid vereisen. Grote bakstenen met eenvoudige maar kleine versieringen eraan, die tijdens het bakken juist heel kwetsbaar zijn.
De stenen die de schilderingen moesten imiteren, waren daarentegen doodgewone vrijwel rechttoe rechtaan stenen, hoogstens met de indruk van een kleine afgeschuinde kant. Daar was niets bijzonders aan.
Het was voor mij een bevreemdende ervaring, maar blijkbaar was baksteen voor de Sforza’s een blijk van rijkdom en van uitstraling. Het was des te curieuzer omdat op de binnenplaats waar ik dit ontdekte een fraaie kolonnade was opgetrokken uit granieten zuilen en bogen. Dat graniet, dat wij ervaren als een luxe en fraai natuursteen, was hier bepleisterd en werd daarmee volkomen aan het zicht onttrokken, terwijl de pleisterlaag uiteindelijk de drager werd van de baksteenimitaties.
Ik vind het een meesterlijk staaltje cultuurverschil.
En tegelijk kan ik het nog niet begrijpen, want dit betrof de privé binnenplaats van het hertogelijk gezin. De plek die normaliter de meest luxueuze uitstraling krijgt, en ook niet bepaald door de minste architecten was ontworpen en gebouwd, waaronder Bramante, die later zelfs het eerste ontwerp voor de nieuwe St Pieter in Rome maakte…
Dat baksteen blijkbaar als een luxe materiaal werd gezien, wil ik nog wel begrijpen, maar hoe kan het dan, dat de grote buitenwanden, langs de (droge) grachten van het kasteel ook allemaal zijn opgetrokken uit baksteen? Het was dus blijkbaar wel degelijk in grote mate voorhanden. Zeker als je de lengte en hoogte van deze buitenmuren bekijkt: gigantische oppervlaktes!
Vreemd en fascinerend tegelijk.