Het aquaduct van Metz
Het onbekende aquaduct van Metz amper 5 kilometer van de snelweg waar ik al jaren overheen rijd naar mijn Franse optrekje. Maar zoals zo vaak, wat je niet weet, mis je niet. Tot je eens wat verder kijkt en zoekt, en ineens, hé, dat is interessant!
Het aquaduct dat in Romeinse tijden de stad Metz, toen Dividorum Mediomatricorum geheten, van water voorzag. Zomaar ineens doemt het op en ligt daar volkomen verloren en verstild in het landschap…
Water: essentieel voor de Romeinen
Water was essentieel voor de Romeinen en de Romeinse samenleving. Denk alleen eens aan de badhuizen die in elke zichzelf respecterende stad aanwezig waren. Maar ook als algemene voorziening voor de bevolking. Een van de eerste zaken die de Romeinen bij de stichting van een nieuwe stad deden, was op zoek gaan naar fatsoenlijk drinkwater in de omgeving.
Let wel, dat was bronwater! Rivierwater was voor de Romeinen ondrinkbaar. Enerzijds omdat dat niet zuiver genoeg was, immers een beetje rivier werd ook voor de scheepvaart en als riool gebruikt, dan ga je daar niet uit drinken! Hoe anders dan pakweg 1000 jaar later in de Middeleeuwen. Maar anderzijds omdat de Romeinen een uitgesproken voorkeur hadden voor kalkhoudend water. Dus gingen ze op zoek naar een bron, die hoger dan de stad was gelegen. Dat ze daarvoor soms meer dan 100 km waterleiding, aquaduct, moesten aanleggen, tja dat was dan maar zo…
Het aquaduct van Metz: verloren in het landschap
Veel van die aquaducten zijn na de val van het Romeinse rijk in onbruik geraakt en als verstilde monumenten in het landschap achtergebleven. Vaak werden ze als steengroeve voor prachtig bouwmateriaal gebruikt. Het verlaten aquaduct van Metz staat aldus plompverloren langs een provinciale weg, langs een spoorlijn, langs de Moezel.
Destijds een vitaal onderdeel van de toenmalige stedelijke infrastructuur, is het thans letterlijk en figuurlijk voorbij gestreefd door modernere infrastructuur. Wil je het bekijken? Op een onbeduidend parkeerstrookje langs die weg parkeer je de auto. Het strookje is amper groot genoeg om fatsoenlijk te kunnen stoppen.
Uiteindelijk staat er ook niet meer zo heel veel van overeind, zoals zo vaak, zie b.v. ook dit blog, ook voor een meer algemeen verhaal. Langs de weg staat er ineens een kolossale kolom. Als je goed kijkt zie je aan de bovenkant nog de aanzet van een boog aan beide kanten.
Een eindje verderop is nog een bogenrij intact. In totaal staan er echter nog maar 7 bogen overeind, van wat er in totaal tientallen of misschien wel honderden geweest moeten zijn.
Zwaar gerestaureerd
Wat mij meteen opviel toen ik er naar toe liep was de superstrakke staat van het metselwerk. Alsof het gisteren zo gemaakt is, in plaats van zo’n 2000 jaar geleden. Onnatuurlijk strak. Nu ben ik een liefhebber van een goede restauratie, maar in dit geval is men doorgeschoten. Wat er nog over is van het aquaduct is zeer zwaar gerestaureerd. Grote delen muurwerk zijn daarbij gereconstrueerd.
Dat kun je op het tweede gezicht prima zien aan de slijtage van de gevelsteen. In het midden van de kolommen en de bogen zie je verweerde afgesleten stenen in het typische Romeinse Opus Quadratum, vierkant werk. Langs de randen zie je ineens strakke, niet verweerde stenen. Oftewel: Romeinse steen en moderne steen. Afdekkingen van lijsten en aanzetten van afgebroken of ingestorte bogen zijn met strak nieuw lood afgedekt, om inwatering in de steen te voorkomen.
Allemaal volstrekt begrijpelijk, maar te mooi, te strak, te nieuw. De charme van de oude constructie is volledig ondergesneeuwd in restauratief geweld. Persoonlijk vind ik dat jammer, hoewel ik de technische noodzaak ervan begrijp. Maar het had ook wat verouderd of minder strak uitgevoerd kunnen worden…
Curieuze uitvoering van het aquaduct van Metz
Aan het eind van de bogenrij van dit aquaduct van Metz verdwijnt de waterleiding in de heuvel, die niks anders is dan de oever van de Moezel.
Het aquaduct was hier dus gewoon een waterbrug over de rivier. Bij de uitgang van de tunnel is een bekken gebouwd, vermoedelijk oorspronkelijk overdekt. Dit was een tussentijds bezinkstation. Eventueel vuil, of slib, of zand kon hier in het diepere bassins zinken en het aldus natuurlijk gezuiverde water kon verder stromen richting Dividorum.
Het valt op dat aan het eind van dit bassin ineens 2 kanalen zijn aangelegd, die over het aquaduct verder liepen. Dat is uniek, een aquaduct met 2 gescheiden waterlopen. Waarom? Geen idee, en ook de infoborden bleven het antwoord schuldig. Er moet een goede reden voor geweest zijn voor de Romeinen, want vanwege het dubbele kanaal moest alleen de bogenrij al aanzienlijk breder dan gebruikelijk worden gebouwd. Het extra bouwmateriaal wat daarvoor benodigd is geweest vormt een aanzienlijke hoeveelheid.
Voor de grap: ± 1 m extra breedte. Maal tientallen kolommen van, laten we zeggen 10 m hoog. Daarmee heb je het over honderden kubieke meters bouwmateriaal. Dus voor zo’n hoeveelheid extra kosten, extra bouwtijd, enzovoort. Dat kan niet zomaar gedaan zijn!
Bekendheid?
Ik was er op een prachtige dag, oké, doordeweeks in September, niet direct het toeristenseizoen. Maar in het uurtje dat ik er was heb ik niet 1 andere bezoeker gezien. Niet 1 auto die ook maar gestopt is op hetzelfde parkeerstrookje als waar ik stond, al was het maar om een toeristisch plaatje te schieten. Niemand.
Het paadje dat omhoog liep mag nauwelijks zo genoemd worden, het was meer een geitenpaadje door het gras, overgroeid, in plaats van plat getreden. Ongelooflijk, dat zo’n Romeins fragment vrijwel onbekend is, uiteindelijk ook bij mezelf, als ik niet de moeite had genomen om op onderzoek uit te gaan. Misschien dat mijn verhaal tot iets meer bekendheid leidt…. Het aquaduct van Metz is het zeker waard!