Vanochtend een berichtje in de krant: in Guangzhou in China is de bouw van het grootste voetbalstadion ter wereld van start gegaan. Wel 100.000 toeschouwers kunnen erin, het is daarmee groter dan het stadion van FC Barcelona.
Eerlijk gezegd moest ik een beetje lachen toen ik dat bericht las. Natuurlijk is 100.000 toeschouwers een hoop, maar om daar nu zo’n ophef over te maken. Er zijn gebouwen te noemen die vergelijkbare of zelfs grotere aantallen konden herbergen.
Ik denk dan bijvoorbeeld aan een stadion dat de hele wereld kent, is het niet van eigen bezoek dan is het wel van de film “Gladiator”, met Russel Crowe in de hoofdrol. Het stadion waar ik het dan over heb is natuurlijk het Colosseum. Huh? Stadion? Jazeker!
Er werd toen weliswaar nog niet gevoetbald, maar de spektakels die in dat officieel geheten Amfitheatrum Flavium werden gegeven hadden minimaal de aantrekkingskracht die tegenwoordig een goede voetbalmatch op mensen heeft.
In de eerste vorm was het zelfs multifunctioneel. Want het stadion (ik blijf het maar even zo noemen) was niet alleen te gebruiken voor allerlei gruwelijke spektakels, als gladiatorengevechten, maar kon zelfs onder water gezet worden! Een aantal aquaducten die naar de stad Rome leidden waren dusdanig aangelegd, dat deze de arena volledig konden vullen met zeker 5 m waterdiepte, waarin complete galeien konden varen. Aldus werden historische zeeslagen nagespeeld, die het Romeinse rijk had geleverd, met b.v. de vloot van Carthago of Egypte. Ongelooflijk? Zonder enige twijfel, maar door zorgvuldig archeologisch onderzoek bevestigd.
Later werd de hele arena onderkelderd en werden er allerlei uitermate vernuftige technische installaties aangebracht om op de meest onvoorspelbare momenten en posities wilde beesten in de arena los te laten. Die dan de gruwelijke taak hadden om de mensen in de arena tot een gevecht op leven en dood aan te zetten, meestel met ongunstige afloop voor de mensen in kwestie. Afschuwelijk om te beseffen, maar het leven van de wilde dieren was meer waard dan dat van een mens.
Een stadion, waarvan zelfs nu, na bijna 2000 jaar nog hele grote delen overeind staan, en waarvan ongetwijfeld nog veel meer bewaard zou zijn gebleven, als het niet gedurende meer dan 1000 jaar als een geweldige steengroeve annex voorraadschuur was gebruikt om weet-ik-niet welke en hoeveel monumenten in het Middeleeuwse, Renaissance- en Barok-Rome mee vorm te geven.
Maar het meest indrukwekkende? Het feit dat in dat stadion naar schatting al 100.000 mensen konden plaats nemen! Rome was zelfs toen al een miljoenenstad, het stadion moest wel die capaciteit hebben om een substantieel deel van de bevolking die spelen te laten mee beleven. Nog een indrukwekkend gegeven? Door het zeer ingenieuze systeem van trappen, gangen, galerijen en entreepoorten konden die 100.000 bezoekers binnen 10 minuten het gebouw verlaten!
Je ontdekt een fantastisch staaltje Antieke bouwkunst als je die gangenstelsels gaat bestuderen. Want wat een massief gebouw lijkt te zijn, louter onderbroken aan de buitenzijde door de karakteristieke opeenvolging van de bogen, schuilt er in werkelijkheid in de structuur een geniaal ontsluitingsplan, waarbij alle onderdelen op een onnavolgbare wijze in elkaar gevlochten zijn.
Mogen deze gegevens al indrukwekkend zijn, het wordt nóg imposanter, als je nagaat dat wat wij tegenwoordig al als een hoogstaande technische prestatie beschouwen, in die dagen betrekkelijk normaal was: het hele stadion kon overdekt worden! Helemaal? De deskundigen lijken het wel eens te zijn, dat dat dan niet het geval was, maar wel dusdanig, dat het grootste deel van de bezoekers overdekt in de schaduw zat.
Kijk je rond het gebouw, dan zie je rondom vreemde steenblokken staan. Deze blokken zijn voorzien van 2 x 4 gaten. Kijk je vervolgens naar de gevel, helemaal bovenaan, dan valt een rij curieus uitstekende blokken op onder kroonlijst, corresponderend met gaten in dezelfde kroonlijst. Door die gaten werden lange houten masten gestoken, die gedragen werden door de onderste blokken, waar een sparing in was gemaakt. Er was een speciaal marinedetachement beschikbaar dat met lange kabels een zeil uit de arena langs de palen ophees, en de kabels borgde in de steencirkel rond het gebouw!
Een simpel scheepszeil voor “goedkopere” voorstellingen, lees die waar de hoofdsponsor niet meer dan dat wilde of kon betalen, maar ook doeken van pure zijde, soms nog beschilderd ook, die betaald werden door de meer welvarende sponsoren.
Tja, met die kennis in mijn achterhoofd, is mijn glimlachen om het “spektakel” van een voetbalstadion van 100.000 mensen misschien begrijpelijk.
Het is trouwens niet eens het grootste stadion ter wereld, dat zou nog steeds in Noord-Korea staan, met een capaciteit van 114.000 bezoekers.
En dan vind ik het nog niet eens eerlijk om hierbij te verwijzen naar de plannen die ooit in Nazi-Duitsland leefden voor een stadion van 300.000 bezoekers. Immers: dat is nooit verder gekomen dan de fundamenten. Maar dat is voer voor een ander blog….