De Waldspirale
In Darmstadt staat een bijzonder gebouw, de Waldspirale, de bosspiraal. Het is gebouwd door een onnavolgbaar kunstenaar en architect, Friedensreich Hundertwasser. Ik schreef al eens eerder een blog over hem (Typisch toiletteren) en heb er zelfs een van mijn vlogs aan gewijd, zie hier. Dit gebouw heeft hij kort voor zijn dood in 2000 gerealiseerd, hoewel hij de voltooiing net niet heeft mee gemaakt.
Dit gebouw is als een langgerekte slinger gebouwd. Het begint laag en loopt geleidelijk in hoogte op, tot de hoogste hoek, waarop nog een woontoren is gerealiseerd. Uiteindelijk bereikt het complex een hoogte van zeker 12 verdiepingen.
Organische vormen
De hoogte van het complex is natuurlijk niet waar het om gaat. Nee, het gaat om de natuurlijke en organische vorm ervan. Eén van de principes van Hundertwasser: de mens is niet gemaakt voor scherpe kanten en rechte hoeken. Kijk maar eens naar het eigen lichaam… Daarom ontwierp hij zijn gebouwen met golvende gevels, afgeronde hoeken, vloeiende daken et cetera. Ook bij de Waldspirale zie je nergens in de gevels rechte lijnen, behalve bij de kozijnen, ramen en deuren.
Die rechte lijnen worden verzacht door de raamomlijstingen met golvend mozaïek. Natuurlijk kan men ook ronde of afgeronde ramen en kozijnen maken. Die zijn echter niet alleen (heel) veel duurder dan rechte kozijnen, maar ook minder functioneel. Daar kan zelfs een organisch architect als Hundertwasser niet omheen, zo blijkt.
Waldspirale = Galerijflat?
Ook andere gevelopeningen zijn afgerond en golvend. Een groot deel van de straatgevel vormt eigenlijk een soort galerijflat. Het hele complex telt maar een paar huisnummers met evenveel entrees. Per huisnummer is een aantal appartementen gekoppeld, die vanuit het trappenhuis van dat nummer bereikbaar zijn. In een langgerekt gebouw kan dat niet anders dan met een galerij. Maar waar dat b.v. in de Bijlmer een eentonig beeld heeft opgeleverd, is daar in de Waldspirale geen sprake van, integendeel.
Hundertwasser is erin geslaagd om voor dit lastige onderdeel een speels en vrolijk golvend geheel te creëren. Hij breekt het eigenlijke gevelvlak open met bogen, die dan weer groot, dan weer klein zijn, maar nooit strak en recht. Altijd weer organisch vormgegeven. Het leidt tot een attractief gevelbeeld.
De lange galerijen krijgen met vrolijke kolommen een eigen ritme. Die kolommen zijn samengesteld uit gebroken stukken keramiek. Er zijn er dan ook geen 2 identiek. Elke kolom heeft zijn eigen karakter met schachten, bollen, gebroken tegels in mozaïek. Je zou als bewoner kunnen zeggen, bij die kolom met de rode bol, dáár woon ik. Heel bijzonder.
Mozaïekwerk
Hundertwasser is een groot liefhebber van het maken van vlakken en patronen in dat gebroken tegelwerk, in allerlei kleuren, en in allerlei vormen en kwaliteiten. Dat mozaïekwerk vormt een kenmerkend aspect van zijn architectuur. Eerder in de 20e eeuw past Gaudí het ook toe, hoewel die er veel preciezer in was.
Dat is wel lef hebben als architect, want het valt niet mee om met zo’n veelheid aan mogelijkheden een helder beeld te scheppen. Het wordt al snel een rommelig geheel en een gebouw heeft nu eenmaal een bepaalde rust nodig. Daar slaagt hij wonderwel in, hoewel ook de Waldspirale op het eerste gezicht een kakafonie van indrukken wekt.
Over de gevel zijn ogenschijnlijk volstrekt willekeurig banden met gebroken tegelwerk geplaatst, tussen het stucwerk. Het doet erg denken aan de opbouw van grondlagen, van verschillenden kleuren zand. Ik heb het vermoeden dat hij hiermee het gebouw heeft (willen?) voorzien van een geleding die toch ook aan de verdiepingen refereert.
Bijzonder plaveisel
En hij stopt niet bij het gebouw zelf, maar neemt in zijn ontwerp ook het omliggende terrein mee. Zo stap je vanaf het trottoir het vreemde plaveisel rond het gebouw op. Dat is gemaakt met heel veel verschillende materialen, groffe steen, klinkers, tegels, steenplaten, noem maar op, maar het loopt ook nog eens niet vlak. En dat laatste is in de bouwwereld bijna een doodzonde…
Maar let op, het loopt dan wel niet vlak, maar het loopt wel! Dat wil zeggen, het plaveisel laat je eigenlijk op een heel aangename manier lopen. Het voelt natuurlijk aan, zelfs dusdanig dat je je wat ongelukkig lijkt te voelen als je het strakke asfalt van de stoep en de weg weer op stapt. Dat is een hele vreemde gewaarwording. Je lijkt jezelf juist meer op je gemak te voelen op dat vreemde plaveisel. Hoe kan dat? Wat gebeurt hier?
Als je het wat dieper op je laat inwerken, dan lijkt het alsof je over de bosgrond loopt. Dat is toch ook nooit een vlak en strak terrein? En vindt niet bijna iedereen het heel aangenaam om daar te lopen? Is dat misschien zelfs niet een van de redenen waarom mensen in het bos gaan wandelen? Het zal onbewust zijn, vast en zeker, maar toch… Dan is het toch geniaal van Hundertwasser om rond zijn gebouw zo’n soort bodem te aan te leggen?
De Waldspirale: Boomhuurders
Zo dwalend rond het complex kom je tot interessante nieuwe inzichten. Organisch bouwen is dus wel degelijk mogelijk, zelfs een groot appartementencomplex in de sociale sector. En door de natuurlijke vormgeving ontstaat ook nog eens een prettige buitenomgeving. Dat wordt versterkt door het langzaam oplopende dakterras met daktuin waarop grote bomen zijn geplaatst. Dat zijn de beroemde boomhuurders van Hundertwasser. En dat leidt meteen ook tot de naam van het complex.
Hij maakte in elk gebouw ruimte voor bomen, soms met loggia’s, maar in dit complex hoofdzakelijk met de grote daktuin. Ook weer vanuit een simpel principe: de mens leeft van zuurstof en ademt CO2 uit, een boom leeft van CO2 die en schenkt zuurstof terug. Hoe simpel! De een geeft wat de ander nodig heeft, dus breng je ze samen! Het is een volstrekt logische symbiose waarvan je je af vraagt waarom die niet al veel vaker en veel langer wordt toegepast.
Het was weer een fascinerende ontdekking van een nieuw gebouw voor mij. Een aanzet om mij meer te gaan verdiepen in zijn architectuur. Wordt daarom vervolgd?
Trackbacks & Pingbacks
[…] Hundertwasser was een architect die eigenlijk zijn tijd ver vooruit was. Want waar tegenwoordig veel gesproken wordt over de letterlijke vergroening van de gebouwde wereld, mag je hem gerust beschouwen als een trendsetter. Hij is de bedenker van het fenomeen “boomhuurder”. Ik schreef hier kort geleden al eens over in dit blog […]
Reacties zijn gesloten.