Inmiddels is de dramatische brand van de Notre Dame al ruim een half jaar geleden. De eerste kerkelijke mis is al weer een paar maanden geleden opgedragen, door geestelijken voorzien van markante witte bouwhelm, volstrekt in tegenspraak met het gebod dat je als man geen hoofddeksel draagt in de kerk. Veiligheidsexperts hebben op dit gebied echter andere principes, zeker in een kathedraal, die in principe op instorten staat. Bij de eerste beelden na de brand, kon ik niet anders dan opgelucht zijn.
Want een kathedraal zonder dak is weliswaar geen gezicht, zeker niet met een zo vertrouwd silhouet als dat van de Notre Dame, maar het blijft een kathedraal, geen puinhoop, geen ruïne! Dat gegeven, dat gevolg van de brand mag je, móet je wat mij betreft op conto van de Parijse brandweer zetten, die met een uiterst specialistische inzet het gebouw heeft gered. De brand is niet catastrofaal geworden voor het gebouw.
Nadat President Macron het voornemen had geüit om de kathedraal binnen 5 jaar te herbouwen, verschenen al snel de eerste nieuwe ontwerpen. Vrijwel allemaal met een glazen dak op de kathedraal, vaak met een meer of minder herkenbare vorm van de verloren gegane dakruiter uit 1860 van Viollet le Duc.
Eerlijk gezegd vind ik de ontwerpen in dat opzicht niet zo spannend. Glas is tegenwoordig bijna hét bouwmateriaal om spectaculaire ontwerpen te maken, en intussen wordt dit door de bouwwereld dusdanig beheerst dat vrijwel alles mogelijk is. Van kleuren, etsen en graveren in alle mogelijke vormen en patronen, tot volledig driedimensionaal buigen. Allemaal zonder meer geweldig om te zien.
De link bij de Notre Dame met glas ligt voor de hand. Immers, tijdens de gotiek werden de gebrandschilderde glas-in-loodvensters groter en groter, om zoveel mogelijk van het Lux Divina, het Goddelijk Licht, de kerk in te laten stromen. Dankzij de skeletbouwtechniek, min of meer voor het eerst in de architectuurgeschiedenis toegepast, kon na een periode van ontwikkeling het muurwerk tussen de kolommen volledig gevuld worden met glas, in de meest spectaculaire kleuren. Het was destijds een absoluut technisch hoogstandje en totaal vernieuwend. De vensters van de Notre Dame behoorden tot de modernste en grootste van de Gotiek.
En juist daarom vind ik het nu wat erg gemakkelijk om een glazen dak op de Notre Dame te plaatsen. Niet eens vanwege de ook al hoorbare geluiden van technische problemen, met warmteopname en -afgifte, ventilatie et cetera. Die problemen worden wel opgelost. Nee, meer dat het wel erg voor de hand ligt om van glas uit te gaan. Niet echt een verrassende ontwerpkeuze. Zijn er niet al genoeg glazen daken in Parijs, die veelal in hun tijd, recent of al wat ouder zeer spectaculair waren. Denk eens aan het Grand Palais, aan de kleine passages uit het begin van de 19e eeuw of aan het piepjonge gebouw van de Fondation Louis Vuitton.
Door zo’n groot glazen dak ontstaat een kolossale serre, waarin enkele bureau’s grote, bijna volwassen bomen plaatsen, als referentie aan het verloren gegane woud van oude eiken spanten. De oude kap stond immers onder specialisten bekend als La Fôret, het woud. Een terechte en goede verwijzing, of opnieuw een al te gemakkelijke referentie aan wat verloren is gegaan?
Het is natuurlijk eenvoudig om ontwikkelde plannen te bekritiseren. Hoe het wel zou kunnen is een heel ander verhaal. Oud maken? Als kopie van wat onherroepelijk verloren is gegaan? Restauratie-filosofisch wellicht het zuiverst, of is het een vorm van geschiedvervalsing: het lijkt oud, maar is het in het geheel niet? Of verdient zo’n iconisch gebouw toch een hypermoderne vernieuwing, zoals de Gotiek in zijn tijd ook was? Maar hoe dan, zonder afbreuk te doen aan de uitstraling of het gehele silhouet op de kop te zetten?
Voor het terug Oud maken rijst nog een ander probleem: is er wel zo’n voorraad direct bruikbaar eiken balkhout beschikbaar? Voldoende dik, en vooral voldoende gedroogd, om te voorkomen, dat dit na toepassing nog gaat werken, met allerlei vervormingen tot gevolg. In de Middeleeuwen werd dat hout tenminste 10 jaar te drogen gelegd. Gelet op de Franse gedachtegang zal men Frans eikenhout toe willen passen, uitstekend van kwaliteit en veel gebruikt in de restauratie, zelfs in Nederland. Echter, 20 jaar geleden heeft een razende orkaan vrijwel de gehele produktievoorraad verwoest. Ik heb de orkaan deels zelf mee gemaakt, en de schade van zeer nabij kunnen zien: er stond geen volwassen boom meer overeind.
Blijft natuurlijk de vraag wat dan? Tja, als architect wordt je geprikkeld om daarover na te denken. Maar dé oplossing heb ik zelf ook niet paraat. Misschien ligt de oplossing wel in terughoudendheid, de Notre Dame is van zichzelf al spectaculair genoeg…
Ik hoop dat het ontwerp voor de reconstructie uiteindelijk iets onverwachters oplevert dan de plannen die er nu liggen. Alhoewel ik een letterlijke duik in de gewelven ook niet zag aankomen…(ik acht de kansen hierop ultiem klein!)
Uiteraard blijf ik het volgen, en zal erover rapporteren in dit blog.. Wordt zeker vervolgd…