De Dame, 2 weken later2 Weken geleden zagen we het allemaal met afgrijzen gebeuren, op TV, in een live-stream, via live-blogs, wat dan ook, alle moderne communicatiemiddelen zijn ingezet om het drama bij de Notre Dame vast te leggen. Ondanks al die films, berichten, artikelen en wat er allemaal over is verschenen, voelde ik een enorme behoefte om het gebouw zelf te gaan bekijken en dat heb ik vorige week gedaan. Louter en alleen voor de Dame naar Parijs.
Wat ik zag was een bevreemdend schouwspel. Op het eerste gezicht was er niet zoveel te zien. Ja, goed, er stonden overal dranghekken en afzettingen, je kon er niet dicht bij in de buurt komen. En boven waren bouwvakkers in de weer met steigermateriaal. Er stonden een paar kranen omheen, die met diverse takelwerkzaamheden bezig waren. Maar er was geen afgebrand gebouw te zien. Niet een gebouw, geteisterd door een hels vuur, honderden graden celsius, veroorzaakt door 800 jaar oud eikenhout, geblakerd door de vlammen, verteerd door de hitte, natuursteen verpulverd door de hoge temperaturen, en vervallen tot gips. Niets van dat al. Hè?
Wat ik zag was de gebruikelijke aanblik van de kathedraal, alleen zonder dak. Alsof het eraf gehaald was. Bijna zoals een kind de schuine blokken van zijn blokkendoos naar believen op zijn bouwsel zet, of er afhaalt. Het leek net of een reuzenhand het dak gewoon “even” had weg gehaald, in plaats van dat het zo dramatisch was verbrand. De balustrades waarachter de kap schuil ging stonden nog overeind, in hun gelige kalkstenen kleur. In een slechte staat, maar dat waren ze al voor de brand.
De topgevels, die de kappen afsloten stonden nog gewoon overeind, je moest heel goed kijken, eigenlijk enkel met een sterke telelens te zien, om schade te ontdekken. De torens waren schoon.
De gargouilles, de fabelbeesten die er door Viollet Le Duc in de 19e eeuw op zijn geplaatst, staarden nog steeds naar beneden zoals al bijna 200 jaar. Beelden die fors boven de gevel uitstaken en die midden in de vuurzee moeten hebben gestaan, stonden nog steeds overeind, getekend door eeuwen verwering, maar ogenschijnlijk niet door de brand. De galmborden, hout met een koperen of loden bekleding leken onbeschadigd.
Ook lager gelegen delen van de kathedraal zijn ongeschonden gebleven, wat ik een regelrecht mirakel vind. Glas-in-loodramen waarvan het lood niet is gesmolten, terwijl je daar echt geen hoge temperaturen voor nodig hebt (327º C). De lagere kappen van de zijbeuken die onaangetast lijken te zijn.
Natuurlijk, als je goed ging kijken, dan zag je sporen van verwoesting. Een geblakerd dakspant, niet volledig verbrand, stond aan het zuidtransept nog overeind, inclusief een stalen anker met bout. Een vreemd overblijfsel.
Op het steigerwerk lag een houten deel, misschien zelfs een balk, natuurlijk ook volledig geblakerd, en kan niet anders dan afkomstig zijn van de ingestorte vieringtoren.Vlak ernaast een verwrongen ijzeren ornament of anker. Naar beneden gekomen, en in de steiger blijven haken. In de topgevel van de voorgevel was het ijzeren frame als afscherming van de kapruimte volledig krom getrokken, vermoedelijk door de hitte. Eromheen was de nodige schade aan het natuursteen zichtbaar, hier wel. Hier zal de hitte ook het hoogst geweest zijn, vanwege de gaasafscherming, die uitstekende ventilatie in de kap bood, die in geval van brand tot goede trek voor het vuur wordt.
En dan dat steigerwerk. Het imposante staketsel van pijpen, vloerdelen, schoren en steunen, dat over de daken rond de vieringtoren werd gebouwd.
Dat bleek aan de kant van de val van de vieringtoren volledig verwrongen te zijn. Een duidelijke indicatie, dat deze constructie de val van de toren inderdaad heeft gebroken. De spits van tientallen meters, met ettelijke tonnen aan houten balken en lood, om over het enorme smeedijzeren kruis nog maar te zwijgen, is door het steigerwerk voor een groot gedeelte opgevangen. De steigers functioneerden als het ware als een soort metalen luchtkussen, eenmalig te gebruiken. Aan de bovenzijde zijn de afzonderlijke delen volledig vervormd, per steigerslag lager wordt die vervorming steeds minder. Opvallend is ook dat de steiger in zijn geheel richting de voorgevel is verzakt, precies de richting waarin de toren is gevallen. Ik schreef het al in mijn eerdere blog, daags na de brand: waarschijnlijk heeft het steigerwerk ervoor gezorgd, dat de klap van de instorting van de toren niet door de gewelven moest worden opgevangen, een klap die zij waarschijnlijk niet hadden kunnen weerstaan. Daarmee is het steigerwerk wat mij betreft de redding van de kathedraal geweest en heeft haar behoed voor grootschalige instorting.
Alles bij elkaar heb ik een heel vreemd beeld aanschouwd: een kathedraal zonder dak, afgebrand, maar qua muurwerk, ramen en lage kappen nog vrijwel ongeschonden. Blijkbaar, zo ontdekte ik intussen, is dit op internet al aanleiding tot de eerste complottheorieën (“nu zou Macron zijn echte leiderschap kunnen tonen”). Ik houd het er liever op dat er door de brandweer zeer zorgvuldig met de brand is omgesprongen en dat men deze uit alle macht hoog op de gewelven heeft proberen te houden, en daar slechts gecontroleerd heeft laten branden. Dat kan op deze gewelven, hoewel ze er niet werkelijk voor ontworpen zijn, gelet op de fragiele aard van het materiaal, kalksteen. Het vraagt een gedegen kennis van het gedrag van een brand in combinatie met de bijzondere architectuur, maar ik acht het zeer goed mogelijk. En door de gerichte inzet van blusrobots in het interieur, is zelfs ter plaatse van de enkele ingestorte gewelven nauwelijks sprake van grote schade, althans, dat lijken de interieurfoto’s uit te wijzen. Wat mij betreft dus een “grand Chapeau” voor de brandweer.
………………………… En nu op naar de stabilisatie en later de wederopbouw van de kathedraal, want dat gaat er ongetwijfeld van komen. In welke vorm is nog onduidelijk, maar er zal zeker nog een blog aan gewijd worden. Blijf alert op mijn updates!