De brand in de Gertrudiskerk
De brand in de Gertrudiskerk in Bergen op Zoom is een tragische, bijna traumatische ervaring geweest voor de stad en haar bevolking. Ik heb daar afgelopen weekend in een lezing en een rondleiding door het gebouw uitgebreid over verteld. Daarbij heb ik voor het eerst in een wat grotere kring mijn eigen hypothese over de oorzaak van de brand uiteen gezet.
Het is een grote frustratie van alle betrokkenen gebleven dat er nooit een oorzaak van de brand is gevonden. Alles is onderzocht. Nooit is iets met zekerheid vastgesteld. In alle jaren van gidswerk in het gebouw heb ik er lange tijd ook mijn eigen gedachten over laten gaan. Met wat bijkomende kennis vanuit mijn vakgebied ben ik eens gaan filosoferen…
Wat is er niet gebeurd?
Zo ongeveer alles, waar je redelijkerwijs aan kunt denken. Of zelfs onredelijkerwijs! De gemeenteraad van Bergen op Zoom heeft dezelfde avond een noodvergadering gehouden, waarbij direct de wildste geruchten op tafel kwamen. Het absoluut wildste was dat er een vliegtuig op de kerk was neer gestort. De verspreider daarvan zal vast niet hebben gedacht, dat dat 29 jaar later, in 2001 wereldnieuws zou worden bij de Twin Towers in New York. Dat echter te veronderstellen in Bergen op Zoom was absurd. En dat werd ook meteen zo gezien.
Kortsluiting? Nauwelijks mogelijk, want alle bekabeling was kort daarvoor vervangen, zo wist projectleider Cees Booij (†) te melden. Werkzaamheden en onvoorzichtigheid met vuur? Onmogelijk, op de plek waar de brand is ontstaan werd niet gewerkt. De foto’s van het verschroeide steigerwerk tonen dat duidelijk aan. Een ontplofte gasfles? Als niemand een knal heeft gehoord? Vonken van een open vuur elders in de stad? Waar vandaan dan? Op maandagochtend?
Zo heeft men alles onderzocht, maar geen enkel duidelijk spoor gevonden. Frustratie alom, want hoe verwoestend de brand ook is geweest, en hoe moeilijk de restauratie, deels wederopbouw daarna ook werd, zonder oorzaak pieker je eeuwig door.
Gedachten naar een mogelijke oorzaak
Een brand van deze omvang, heeft tijd nodig om zich te ontwikkelen. Tenzij er een directe en open aanleiding is, zoals werken met open vuur. Dat wordt uitgesloten zoals ik zojuist heb verteld. Er gaan uren, soms dagen overheen voordat een kleine oorzaak leidt tot een brand zoals de brand van de Gertrudiskerk op die maandagmorgen. Hé, maandagmorgen… Die volgt precies op het weekend. Dit nogal voor de hand liggende gegeven, biedt meteen ruimte voor al die tijd. De tijd die nodig is om zo’n brand, zo’n vuur zich te laten ontwikkelen. Immers, in het weekend is er geen toezicht, wordt er niet gewerkt.
En dat er niet gewerkt wordt biedt tegelijk de gelegenheid voor onbevoegden om “eens een kijkje te nemen”. Ondanks de beroemde bordjes “verboden voor onbevoegden, art. 461 Wetboek van Strafrecht”, dat toen ook zeker van toepassing was. De steigers bieden buitenlangs een ideale mogelijkheid om binnen te komen via de kappen. Daar kun je prima een gesloten deur mee omzeilen. Je komt binnen via een dakkapelletje en kunt door de kappen gaan dwalen. Je vindt een trappetje en komt hoger in een andere kap. Enzovoort…
Het was 1972, een tijd waarin roken de normaalste zaak van de wereld was. Wie deed het niet? Bij feesten en partijen stonden op elke tafel glazen met sigaretten klaar voor iedereen, zoals tegenwoordig borrelnootjes. Bij luxe feesten stonden er enkele sigaren in het glas…. Niemand dacht erbij na dat dat ongezond was.
En misschien ook zeer ongezond is gebleken voor dit gebouw?
Mijn hypothese over de oorzaak van de brand van de Gertrudiskerk…
Het was weekend. Stel, enkele jeugdigen hangen een beetje rond bij het gebouw, erachter lag de stenen tuin, een klassiek hangplek, alhoewel dat woord toen nog niet werd gebruikt. Een persoon vraagt zich hardop af hoe het daarbinnen zou zijn. Een ander antwoord dat je dat makkelijk genoeg kunt uitvinden, hij klimt zo de steiger op, beweert hij. Wauw, dat klinkt eigenlijk best spannend. De stemming stijgt, de druk neemt toe, en op een bepaald moment neemt men de stap en klimt over het hek.
Via de steiger naar boven en ergens door een luik naar binnen. De dwaaltocht begint… door het gebouw met al zijn geheimzinnige gangen, door de kappen, waar amper ooit iemand komt. Tochtig, want in een dramatisch slechte staat. Grote delen zijn verrot en lek.
Maar spannend is het om op een plek te zijn, waar je nooit kunt komen. Het gebruikelijke sigaretje wordt opgestoken om de zaak eens rustig in je op te nemen. Is het op, dan wordt het op de houten vloer gegooid en achteloos uitgetrapt. Of toch net niet helemaal uit. Iets te achteloos???
Dan begint de brand
Een peukje, met slechts een laatste piepklein smeulend kerntje ligt op het eeuwenoude stof op eeuwenlang gedroogd en dus kurkdroog hout. Het tocht vreselijk in de kap, en dat kleine kerntje blijft smeulen en wordt langzaam, oh zo langzaam, wat groter. En groter, en Groter. Totdat op maandagochtend van dat piepkleine sigarettepeukje een smeulende plek in de vloer is ontstaan, die door de sterke tocht, vanwege de harde wind, ineens begint te branden. Het duurt nog een tijdje voordat de brandplek zo groot is dat de vlammen van binnen in de kerk zichtbaar worden, en direct wordt de brandweer ingeschakeld.
Maar het is dan al te laat. En dat ziet de brandweer ook direct in bij aankomst. Kenmerkend is de stand van een van de eerste automatische blusladders: niet op de kap waar de brand woedt, maar op een gedeelte dat net gerestaureerd is, en vanwege de windrichting misschien nog te redden is… Binnen een half uur is de brand van de Gertrudiskerk totaal geworden. Binnen een uur is de kap volledig verdwenen. Absurd snel, niet te bevatten.
Kun je in deze brand nu ook een parallel vinden met die bij de Notre Dame in Parijs? Ik vrees van wel, maar dat is voer voor een ander blog. Binnenkort te lezen…