Het fraaie raadhuis
In mijn geliefde Antwerpen staat op de Grote Markt het gigantische en beroemde fraaie raadhuis.
Afwijkende stijl voor het fraaie raadhuis
Het gebouw is opgetrokken in een voor die tijd hypermoderne Renaissance stijl. Daarmee was dit fraaie raadhuis een behoorlijke stijlbreuk met wat in de 15e en 16e eeuw gebruikelijk was in de Nederlanden. Dat was de tijd van Gotische raadhuizen, waarvan schitterende voorbeelden te vinden zijn in Gent, Leuven, Brussel of Gouda.
Vanaf het begin van de 16e eeuw koesterde Antwerpen de wens om een nieuw fraai raadhuis te bouwen. En er werd zelf een ontwerpopdracht gegeven aan de grote bouwmeester van die tijd: Rombout Keldermans, de zoveelste in het beroemde bouwmeestersgeslacht. Op datzelfde moment werkte hij al aan het raadhuis in Gent, maar het Antwerpse project kwam niet van de grond en de Antwerpse wens bleef nog enkele decennia op de plank liggen. Tot er in de jaren vijftig van die eeuw nieuwe ideeën ontstonden.
De toen nog onbekende architect Cornelis Floris de Vriendt kreeg de opdracht en ontwierp het nieuwe raadhuis. Mogelijk dat hij dit met andere vakgenoten samen heeft gedaan, zijn naam is in ieder geval over geleverd. Cornelis Floris had de nodige omzwervingen gemaakt en was in Italië in aanraking gekomen met de modernere Renaissance-architectuur. Deze was bijvoorbeeld in Florence al volledig ingeburgerd. Gefascineerd door deze nieuwe stijl ontwierp hij het nieuwe Antwerpse raadhuis in deze moderne stijl.
Typisch Renaissance
Het gebouw beantwoordt volledig aan de principes van de nieuwe bouwstijl. In tegenstelling tot de Gotiek, was de Renaissance-stijl veel meer horizontaal geleed. Het gebouw is daardoor langgerekt en vult de gehele westwand van de Grote Markt. Voor die tijd een ongekend ruimtebeslag. Immers, Antwerpen was niet alleen een rijke handelsstad, maar ook een belangrijke vesting. Daardoor lag de stad ingeklemd tussen omvangrijke vestingwerken, die niet zo maar even vergroot konden worden. En tegelijkertijd wilden er honderdduizenden mensen op dat relatief kleine stukje grond wonen.
Het hele gebouw is versierd met tal van karakteristieke elementen die we ook kennen uit de Romeinse tijd. De tijd waarvan de Renaissance hoopte deze opnieuw te beleven en zelfs voorbij te streven. (Renaissance = wedergeboorte). Zo zien we op het hogere middendeel bijvoorbeeld de zuilstelling terug, die al door de Florentijnse theoreticus Alberti werd gepropageerd.
Boven het Rustica-basement is de verdieping versierd met kolommen met Dorische kapitelen. Daarboven volgen Ionische kapitelen (met ramshoorn), en vervolgens met kolommen met composietkapitelen.
Elke bouwlaag wordt afgesloten met een lijst. Tussen de Dorische en Ionische zone is deze zelfs voorzien van trigliefen en metopen, zoals gebruikelijk bij de Griekse tempels. Ter hoogte van de daken van de zijvleugels, zijn op de middenpartij 2 grote obelisken geplaatst, voorzien van de letters S.P.Q.A. Een aanpassing van de klassieke aanduiding S.P.Q.R., de afkorting van Senatus Populusque Romanus, de senaat en het volk van Rome.
Een sterkere verwijzing naar de Romeinse tijd is nauwelijks denkbaar. De middenpartij wordt uiteindelijk bekroond met een timpaan, met daarop het jaartal van voltooing van het gebouw, inclusief een hoofd van Medusa, linea recta afkomstig uit de Griekse mythologie.
Spaanse furie over het fraaie raadhuis
Het fraaie raadhuis werd in 1564 opgeleverd, en vormde een grandioos decor van de Westzijde van de Grote Markt. 1564, amper 4 jaar voor het uitbreken van de 80-jarige oorlog, en daarmee precies op tijd dus. Ter ere van de koning is op de voorgevel een kolossaal groot het gekleurde wapenschild van koning Filips II aangebracht, inclusief de ketting van de orde van het Gulden Vlies, die hij via zijn overgrootvader Maximiliaan van Oostenrijk van de Bourgondiërs had geërfd.
De oorlog begon in 1568 en een groot detachement Spaanse soldaten was gelegerd in Antwerpen. Filips II bleek niet de meest betrouwbare heerser in het uitbetalen van de soldij, wat in 1579 leidde tot de beruchte Spaanse furie: de opstand van Spaanse soldaten in Antwerpen. Die hun oog lieten vallen op dat splinternieuwe fraaie raadhuis: dáár moest geld te vinden zijn. Na de nodige schermutselingen drongen de Spanjaarden het gebouw binnen, gingen op zoek naar de schatten, en staken uiteindelijk het gebouw in brand. Amper 15 jaar oud veranderde het daadoor in een ruïne. Had dat wapenschild van de koning op de voorgevel misschien nog bijgedragen aan de woede van de opstandelingen? Wie weet…
Tegenwoordig
Uiteraard werd het fraaie raadhuis weer terug opgebouwd en in gebruik genomen. In de 19e eeuw werd hieraan nog het “Schoon Verdiep” toegevoegd, Vlaams voor prachtige verdieping. Er werd een historiserende modernisering in het interieur doorgevoerd. Maar altijd is het stadhuis als zodanig in gebruik gebleven.
Enkele jaren bleek er niet meer in te werken conform huidige maatstaven. Enkel glas in de ramen, slechte verwarming, kieren en tocht door heel het gebouw heen, aanpassing was noodzakelijk. Aanpassing of vertrek van het stadsbestuur? In tegenstelling tot veel andere grote steden, werd er door Antwerpen niet gekozen voor modernistische nieuwbouw, maar voor restauratie en opwaardering van het bestaande raadhuis. En terecht! Immers, dit is een van de fraaiste gebouwen in de Renaissance-stijl die er überhaupt bestaan. Vaak wordt daar het voorbehoud bij gemaakt, “ten Noorden van de Alpen”. Ik durf echter de stelling aan, dat dit fraaie raadhuis ook ten zuiden van de Alpen, ja zelfs in Florence niet zou misstaan.
Daarmee heeft Cornelis Floris de Vriendt de stad Antwerpen met het fraaie raadhuis niet minder dan een unieke parel van de Renaissance architectuur gegeven.