In een tegenwoordig wat onooglijk dorpje op de grens van de Bourgogne met de Beaujolais in Frankrijk ligt een dorpje waar een groot deel van de Middeleeuwse geschiedenis is geschreven, soms letterlijk. Tegenwoordig het kleine stadje Cluny was in de middeleeuwen de plaats waar de machtigste abdij van die tijd stond. Vanaf ca eind 10e eeuw reikte de macht van deze abdij zo ver, dat zelfs de paus ervoor op zijn hoede moest zijn, als die al niet uit de abdij zelf afkomstig was.
De moederabdij had in Europa tientallen dochterabdijen, die op hun beurt ook weer dochters en soms zelfs kleindochters hadden. Een wat curieuze uitdrukking in dit verband, maar zo wordt het gebruikelijk uitgedrukt. Al die ondergeschikte kloosters en priorijen waren feitelijk bezit van de grote moederabdij en dienden hieraan hun inkomsten af te dragen. Het logische gevolg was dat de moederabdij enorme financiële middelen had, die in de middeleeuwen vrijwel automatisch aancde bouw van een kerkgebouw werden besteed. Zo ook hier.
En wel in drievoud, hoewel chronologisch op elkaar volgend. Toen met aan de bouw van Cluny III begon, was het plan dat dit het grootste religieuze gebouw van West-Europa zou worden. Nu is dat plan niets bijzonders, er zijn talrijke steden die met hetzelfde voornemen een bouw zijn begonnen, maar Cluny is het daadwerkelijk geworden.
Wat er in deze plaats is gerealiseerd is ronduit kolossaal. En dat in een betrekkelijk korte tijd. Met de bouw van dit Cluny III werd omstreeks 1080 begonnen, en amper 50 jaar later was de kerk zover gereed dat deze gewijd kon worden. Het was toen echter nog zeker niet af, want het voorschip, de noordelijke transeptarm en enkele torens moesten nog opgericht worden. Toen dit echter een krappe eeuw later, na een onderbreking van de bouw van tientallen jaren, ook gereed was, stond hier de grootste kerk die in de Middeleeuwen ooit gebouwd zou worden. Zelfs de grote kathedralen van de gotiek konden deze niet overtreffen, bij lange na niet zelfs!
Slechts de nieuwe St. Pieter in Rome zou de grootte van deze kerk overtreffen. De kerk was 187 m. lang. Ter vergelijking, de kathedraal van Reims, toch ook niet de minste en ook niet de minst aansprekende, als kroningskathedraal van de Franse koningen meet “slechts” 149 m lengte… En ook de hoogte van het gebouw was indrukwekkend, ondanks dat het in de Romaanse stijl gebouwd werd. De torens staken imposant boven de omliggende landerijen en bebouwing uit. Zelfs tegenwoordig wordt je er nog overweldigd als je het plaatsje nadert.
Helaas moet dit in de verleden tijd verteld worden, want van alle torens en van het gehele kerkgebouw is slechts 1 toren bewaard gebleven, met een deel van de zuidarm van het transept. Bij het uitbreken van de Franse Revolutie in 1789, werd de abdij het slachtoffer van de blinde drift tot gelijkmaking van alle Fransen, de beroemde gelijkheid, als 2e “deugd” van de strijdleus van de Revolutie. Dit leidde ertoe dat de abdij werd opgeheven, de monniken moesten maar zien waar ze naar toe konden.
De nieuwe eigenaar die het had bemachtigd kon met de inmiddels tot ruïne vervallen kerk doen wat hij wilde. Dat was exact niets waarvoor je een gebouw normaal gesproken verwerft. De nieuwe eigenaar zag er enkel een reusachtige hoop bouwmateriaal is, die hij gunstig kon verkopen. Een gebouwde steengroeve als het ware. Een groot deel van het huidige stadje is met dit materiaal gebouwd…
Zo is deze grootse en grootste schepping roemloos aan zijn einde gekomen. De onderdelen die er nog staan, alsmede wat lage muurdelen die in de jaren ’90 van de twintigste eeuw zijn opgegraven maken echter nog steeds indruk. Vanwege de omvang, en vanwege de rijkdom van de architectuur. Die architectuur ging natuurlijk enorm uitstralen, zoals van een gebouw van een orde met zoveel macht verwacht kan worden. Zo zie je overal in Bourgogne sporen van de architectuur, van de invloed van Cluny.
Het fraaiste voorbeeld hiervan is wellicht de St. Lazare van Autun, op een kilometer of 80 noordelijk van Cluny gelegen. Hier ademt het volledige interieur de Cluniacenser sfeer uit. Maar ook de kerk in Paray-le-Monial vertoont opvallende gelijkenissen en zelfs in de Madeleine in Vezelay, feitelijk een concurrent van Cluny, is de invloed van dit machtige gebouw voelbaar.
Tja, zo is de geschiedenis soms wreed voor de scheppingen van de architectuur.
Dit blog is voortgekomen uit de tweede lezing in de cyclus architectuurgeschiedenis in de bibliotheek van Bergen op Zoom. Deze tweede avond had als thema de Romaanse bouwkunst, wederopbloei van de bouwkunst.
Deze lezing had je kunnen meemaken, voor slechts €12,50. Maar niet getreurd, het kan nog steeds! Bijvoorbeeld als huiskamerlezing. Een tafel, stopcontact en glas water is alles wat er nodig is. Vraag naar de mogelijkheden op info@robertguinee.nl