In 1976 werd het beroemde Centre Pompidou in Parijs geopend, in een gebouw dat vanaf het begin heel veel vragen en commentaar op heeft geroepen. (zie ook “een gebouw in de steigers“). Enkele jaren geleden werd een dependance van het Centre geopend in Metz, net onder Luxemburg. Onder leiding van architecten Shigeru Ban en Jean de Gastines. De eerste won in 2014 zelfs de Pritzker Prize (die wordt gezien als de Nobelprijs voor de architectuur). Net als in Parijs was het in Metz de bedoeling om een iconisch gebouw neer te zetten. En dat is gelukt.
Er staat een indrukwekkend gebouw, dat een reusachtige circustent lijkt: er is een dak van een hoogwaardig zeildoek over de feitelijke bouwmassa heen gespannen. Het witte golvende dak, met de ramen die er als reusachtige duikbrillen uit tevoorschijn lijken te komen, en de opvallende punt met vlaggenmast vormt een zeer opvallend geheel.
Maar is het eigenlijk wel gelukt? Daar kun je best het een en ander over zeggen. Ja! Er staat een opvallend gebouw, dat van veraf al de aandacht trekt. De vormgeving is spectaculair en uitdagend. Heb je het gebouw eenmaal gezien, dan vergeet je het niet meer. Het laat een blijvende indruk achter.
Maar: hoewel het qua uitstraling is geslaagd is het qua uitvoering zeker niet geslaagd. En dat openbaart zich op veel punten. Zo wordt al direct bij nadering van het gebouw duidelijk dat de gespannen doekconstructie voor heel veel problemen heeft gezorgd bij de afwerking. In de poten van het dak zijn spectaculaire schachten gemaakt, waarin de dakbedekking afdaalt tot het grondniveau. Hier zitten allerlei plooien in het doek, en zelfs scheuren, die provisorisch en lelijk zijn geplakt, het lijkt wel of daar Duct-tape voor is gebruikt. Nu zal dat beslist niet het geval zijn, maar fraai is anders. Is het doek onvoldoende sterk om die golvingen in spanning op te vangen? Vreemd om dat op zo’n gebouw waar te nemen.
Ook rond de ramen zie je dergelijke plooien terug komen. Het lijkt wel of men voor een materiaal heeft gekozen waarvan men eigenlijk niet goed wist hoe het toegepast moet worden. Op de grote vlakken lukt het prima, maar bij de uitsparingen en langs de randen vertoont het doek allerlei weerbarstigheden. Het laat zich slecht plooien in de vorm die de architecten ervoor hebben gekozen. Je voelt de worsteling die zij met het materiaal hebben gehad.
Ook elders in en aan het gebouw zie je oplossingen waarvan je denkt, hoe kun je het maken op een gebouw dat zo iconisch moet zijn? Neem de aansluiting van de wanden van het binnenplein aan de dakconstructie: die is er eigenlijk niet. Raar om een hoge wand te zien die het plein van buiten afschermt, die bij de dakconstructie ineens op houdt, en vervolgens tegen het invliegen door vogels is dicht gezet met een net. Waarom is die wand niet volwaardig bouwkundig aangesloten tegen het dak? Je kunt aanvoeren dat dit binnenplein niet is verwarmd, waarom dan een hoogwaardige bouwkundige oplossing maken? Ik vind dat een slecht excuus. Dit lijkt een noodoplossing voor een probleem waarvoor men geen betere oplossing wist te bedenken.
Natuurlijk is de dakconstructie met de in elkaar gevlochten houten balken een staaltje fantastische ontwerp- en bouwtechniek, maar moet je een wand er dan zo primitief op aan laten sluiten? Had daar nu niet wat meer en zorgvuldiger aandacht aan geschonken kunnen en moeten worden?
En dan heb ik het nog niet eens over de materiaalkeuze van deze wand: Polycarbonaat(golf-)platen. Kunststof! Het is onder architecten algemeen bekend dat die na een jaar of 15 aan doorzichtigheid verliezen en dof / gelig van kleur worden. Ronduit lelijk gewoon. Een keuze die lijkt te zijn voort gekomen uit bezuinigingsoverwegingen. Terwijl in glas een fantastisch spectaculaire wand opgetrokken kan worden. Duurder, dat zeker, maar veel fraaier en duurzamer.
Dit alles bij elkaar maakt dat je twijfels kunt uiten over de geslaagdheid van dit gebouw. De vormgeving is bijzonder, de uitvoering eerder onbeholpen. En is goede architectuur niet de combinatie van vormgeving met een zorgvuldige detaillering en materialisering? Die combi is hier zeker niet gelukt. Het blijkt dat je weliswaar als architect de Pritzker Prize kunt winnen, maar daarmee niet elk gebouw tot in de puntjes weet af te werken, om werkelijk geweldige architectuur te scheppen. Jammer.